Wikistad
Advertisement
Að vulfura i skögur

De originele tekst in het Nyttfroner Museum in Nyttfron.

Að vulfura i skögur (Nederlands: Over wolven in het bos) is een Libertaanse oude Espeekuuaanse fabel over wolven (vulfar) die over het bos (skögur) heersen. Het staat geschreven in het oude Nyttfroner dialect. Het is geschreven omstreeks 1000 in het oosten van Libertas en de schrijver is anoniem.

Rijmschema[]

Het rijmschema waaraan een groot deel van de tekst meedoet, bestaat uit zes frasen: abccba. Verder bevatten de meeste zinnen alliteratie (stafrijm), zoals hvent vé var vulfar og hvull (regel 12). Soms lijkt iets niet te rijmen - zoals lyttel en hvull -, maar niets is minder waar; beide woorden eindigen namelijk op -oedl.

Tekst[]

Nyttfroner Nederlands
Hvistanr að tellingur
Hvi grótr græmar gunganð
in skögur skarp að söll
For frönðar að föll
hvaur fyglar sunganð
og tviggar vanð indsingur

Herþí hvar vulfar vönkanð
og si þarmar þænar var þauð
þa lépanð laumsig og lyttel
hundar in vinþ vulfura þau þönkanð
og kissönð úr fét stauð
hvent vé var vulfar og hvull

Ing æil ing æisl ang æþrið
úð spanð spaurar og straunðar
að vulfura i skögur
Og þann hven tviggar tjummönð up mauþrið
burst flauc taunðar
féll fjaull fjönnall i skögur

Scauft skilðar skvémönð i skögur
Aulð aurnar aurönð aumstar
Vulfar vakstönð hven vérða
Söll skén skóðs up smalla
úr birkar bikluman þurh baustar
Örnar örnðið næin öir

Vindurið vrók veildið
sýlð vúg up
og örnar örnðið öir
Þúgn þeir þa þélrið
hvann ver vróca ver vömið
næin nöin in skögur

Ver vúnönð hvað hvú
Scalðin scóð scríft
Men mósk mólðan i Ménsur
I Nýttfrón úr ing síur
og i Nýttfrón nógt némð níft
og örnar örnðið hvú

Vulfar virkönð vúr
örnar örnðið ing önströmð
þet var vílikj vérlig
þen þón þet þérlig
hví hvar hvennströmð
og óstar óþan óur

Bundönð símar um strá
Únflugð úr ústrar
Ég émönð giúr ja
Örnar unfangönð öð ömstranrá
U[b]ástrið u[smé]nð [u]mén ja
So[ s]tréð smið sa grunðar
Luister naar dit verhaal
Zoals de grote bomen groeide
in het bos kaarsrecht naar de zon
Voor de vrienden van het landschap
waar de vogelen zongen
en de takken in de weg zaten

Daar waar de wolven jankten
en hun darmen aan zwaarden hingen te drogen
daar liepen langzaam en voorovergebogen
de windhonden die wolven imiteerden, zij dankten ons
en kusten dapper onze voeten
want wij waren machtige wolven

Geen egel noch ezel zal binnenkort kwijtraken
zonder gevreesde speren en gebitten
wolven imiteren in het bos
En toen de takken op de muil kwamen,
het vlak barstte rustig,
viel de rust weer terug in het bos

Verstevigde schilden glommen in het bos;
oude adelaren omringden de nachten;
de wolven wachtten op de dag
De zon scheen fel op de dag;
de berken waren bedekt door beesten;
de potten werden niet gezien

De wind doorbrak het akker
het zeil woei omhoog
en de potten konden gezien worden
De potten waarin het geheim zat
als ze zouden breken zou de hel losbreken op aarde
geen rust meer in het bos

Wij vreesden wat zou komen
Kleine scherven kunnen breken
Mensen moeten Ménsur ontvluchten
In ons Nýttfrón is geen leed
maar in Nýttfrón is ook nog niets gebeurd
en dat zou wel zo zijn als de potten braken

De wolven werkten hard
de potten mochten absoluut niet breken
dat zou echt verschrikkelijk zijn
de wolven voerden het fantastisch uit
zoals waar ze naartoegingen
ze deden alles correct

Ze bonden touwtjes om de pottenhalzen
De hel mocht niet ontsnappen
Ik voelde de hitte van veraf al
De potten begonnen te trillen
Het was beangstigend
De grond trilde mee
Advertisement